26 HetWaterschap Slimmer doorspoelen om zoet water te besparen Tegen de intuïtie in DOOR MARLIES TER VOORDE H et grondwater in het westen van Nederland is zout. Het is een erfenis uit het verleden, toen de Hollandse kustlijn een stuk ooste- lijker lag dan nu. Zevenduizend jaar gele- den lag West-Nederland grotendeels onder water, en waren Noord- en Zuid-Holland waddengebied. In de polders die onder zeeniveau liggen, komt dit oerou- de water tegenwoordig als zoute kwel omhoog. En dat is ongunstig, met name voor de landbouw. Om de verzilting tegen te gaan wor- den de zoute gebieden doorgespoeld met zoet water uit de rivieren of het IJsselmeer. Maar terwijl de verzilting toeneemt, wordt het zoete water juist schaarser. “Op dit moment hebben we gemiddeld eens in de tien jaar zo’n droge zomer dat er een tekort aan rivierwater ontstaat, maar de verwachting is dat dit door de klimaatverandering steeds vaker zal gebeuren”, zegt Delsman. Ongeveer 15 procent van het zoete water dat we in Nederland gebrui- ken wordt ingezet voor het door- spoelen van de kustprovincies, schrijft hij in zijn proefschrift. Slimmer spoelen is dus geen overbo- dige luxe. En dat kan, denkt Delsman, want het ontbreekt nog wel eens aan efficiëntie. De bestrijding van verzilting in de kustprovincies zou anders aangepakt moeten worden. Het door- spoelen van de sloten met zoet rivierwater kan slimmer, waardoor minder water nodig is. Dat conclu- deerde hydroloog Joost Delsman van Kennisinstituut Deltares in zijn proefschrift. Op 15 juni promo- veerde hij aan de Vrije Universiteit Amsterdam. Joost Delsman: “Slimmer spoelen is geen overbodige luxe, het ontbreekt nog wel eens aan efficiëntie.” WATERKWALITEIT Nummer10Oktober2015