12 HetWaterschap Design & construct-contract Koudwatervrees onterecht DOOR JAAP VAN PEPERSTRATEN I n dit artikel kijken we hoe dit bij twee projecten is aangepakt en wat de resultaten daarvan zijn. Het eerste project is het project Kinderdijk – Schoonhovenseveer van Waterschap Rivieren- land. Het betreft een dijkversterkingsproject over een traject van 17 kilometer in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogram- ma in een dichtbebouwd gebied met veel bedrijvigheid. In 2011 is Rivierenland begonnen met het opzetten van een uitvraag voor een zogenoemd design & construct- contract (D&C). In dit contract mag de aannemer zelf een ontwerp maken voor de stabiliteitsscher- men binnendijks waarvoor hij ook zelf de ontwerp- en uitvoeringsver- antwoordelijkheid draagt. Voor waterschappers die gewend zijn aan de traditionele RAW-contrac- ten (Rationalisatie en Automatise- ring Grond-, Water- en Wegen- bouw – red.) met uitgewerkte eisen, betekent een D&C-contract een behoorlijke verandering. “Maar dat betekent niet dat je andere mensen moet inzetten voor zo’n project. Veel waterschappers hebben immers heel veel kennis over de dij- ken; het zou zonde zijn als je die niet zou gebruiken.” Dit zegt Jeroen van der Hoeven, die als externe contract- manager al vier jaar betrokken is bij het dijkversterkingsproject. “Het waterschap wilde het project zoveel mogelijk zelf doen om er maximaal van te kunnen leren. Daartoe is een kernteam van vijf mensen opgezet, waarin ik als enige externe de kennis en ervaring met geïntegreerde con- tracten inbreng. Omdat het een technisch complex project betreft met potentieel veel omgevingshin- der, leek het verstandig de markt er vroeg bij te betrekken. Het doel was innovatieve technieken uit de markt te krijgen die kostenefficiënt de omgevingshinder zouden kunnen minimaliseren. Met een RAW-con- tract zou dat voor dit project nooit lukken.” Ruimte weggeven Een D&C-contract betekent dat het waterschap de eisen aan de dijkver- sterking in functionele termen beschrijft. Dus bijvoorbeeld bij wel- ke waterstanden de dijk stabiel moet zijn en hoeveel restzetting na ople- vering nog mag optreden. Hoe dit gerealiseerd wordt, is aan de aanne- mer. Van der Hoeven: “Het geven van deze ontwerpvrijheid betekent wel dat je heel goed moet weten wel- ke ruimte je weggeeft. De aannemer zal zo ontwerpen dat hij er binnen het eisenpakket financieel zo gun- stig mogelijk uitkomt. Hoe functio- neler je de vraag specificeert, hoe beter je moet nadenken welke (on) gewenste oplossingen uit het ont- werpproces van de aannemer kun- nen komen. Als je denkt: ik weet de oplossing niet, de markt lost mijn probleem wel op, dan is dat een Aanbestedingen bij dijkversterkingen gaan langzamerhand steeds vaker met geïntegreerde contract- vormen, waarbij de aannemer meer vrijheid krijgt om innovatieve oplossingen te bedenken en te rea- liseren. Garantie voor de waterveiligheid is daarbij een essentiële randvoorwaarde. Dat lijkt een dilemma dat moeilijk op te lossen is, maar de ervaring leert dat ontwerpvrijheid geven aan de markt nieuwe, slimme en betrouwbare oplossingen kan opleveren. Maar vanzelf gaat dat niet. WATERPRAKTIJK Nummer10Oktober2015 1 Het project Kinderdijk – Schoonhovenseveer vindt plaats in een dichtbe- bouwd gebied met veel bedrijvigheid (foto Cees vd Wal).