5 HetWaterschap COMMENTAAR De zorgen komen van buiten Met Prinsjesdag presenteerde het kabinet een mooie begroting. Het is ze gegund. Na jaren van moeilijke boodschappen en zware maatregelen overheerst nu het optimisme. Economisch gaat het weer goed met Nederland. We zijn weer op het welvaartsniveau van toen de crisis in 2008 begon, inmiddels toch ruim zeven jaar geleden. De koopkracht stijgt voor de meeste groepen, belastingen worden verlaagd. Beleidsterreinen waar grote knelpunten zijn wordt wat extra’s toegestopt. Alle belangrijke indicatoren als economische groei, begrotingstekort en staats- schuld staan weer op groen. Toch bevat de begroting ook een dubbele boodschap. Het gaat weliswaar beter, maar de vraag is of het lang beklijft. In het bijzonder op het internationale vlak zijn er grote onzekerheden. In een tijd waarin Nederland volgens velen meer naar binnen is gericht geraakt, blijkt hoe zeer onze leefwereld en economie met het buitenland is verweven. De opgang van de economie is voor een belangrijk deel te danken aan de lage olieprijs, de zwakke euro en de lage rente. Stuk voor stuk zaken die vanuit Den Haag niet of maar heel beperkt te beïnvloeden zijn. En vrijwel niemand durft een voorspelling te doen hoe het met deze grootheden over één of twee jaar zal zijn. Daar bovenop komt nog de onzekerheid van het vluchtelingendrama, de hapering van de Chinese economie, de spanning binnen de euro (Griekenland), discussies in het Verenigd Koninkrijk over mogelijk uittreden uit de EU en de oorlogsdrei- ging aan de oostgrens van Europa (Oekraïne). Zonder uitzondering ontwikkelingen die de Europese samen- werking onder grote druk zetten. En juist die Europese samenwerking heeft ons de afgelopen decennia de welvaart gebracht. Met de dubbele gemoedstoestand van opluchting dat de crisis voorbij lijkt en de wetenschap dat de situatie zo maar om kan slaan, gaat het kabinet het nieuwe parlementaire jaar in. Een jaar waarin Nederland vanaf 1 januari ook voorzitter van de Europese Unie wordt. Er is nog genoeg te doen de komende jaren, zo zei de premier op de persconferentie voorafgaand aan Prinsjesdag. Daarbij noemde ook de koning in de Troonrede het op orde krijgen van het waterbeheer als één van de toekomstige uitdagingen. Maar het lijkt realistisch te veronderstellen dat de acute inter- nationale ontwikkelingen het komend jaar vooral de agenda zullen domineren. De kerntaak van waterschappen ligt dichter bij huis. Veiligheid voor burgers, schoon water in de leefom- geving en verstandig omgaan met schaarste en over- vloed zijn zaken die mensen direct raken. Toch heb- ben we de afgelopen jaren als waterschappen onze internationale oriëntatie versterkt. Met de oprichting van Dutch Water Authorities zijn we een geziene partner voor overheid en bedrijfsleven buiten de eigen landsgrenzen. We leveren daarmee kennis en expertise om maatschappelijke problemen in andere landen te helpen oplossen. Voor het bedrijfsleven zijn we een bondgenoot die kan helpen orders binnen te halen en te zorgen dat geleverde producten ook goed en betrouwbaar functioneren. Via het Water Governance Initiative (WGI), waarvan Peter Glas voorzitter en boegbeeld is, praten we mee over de grote uitdagingen en mogelijke oplossingen voor het waterbeheer wereldwijd. We hebben daar- mee een podium waardoor we gehoord worden, internationaal en dicht bij huis. En zeker zo belang- rijk, door de uitwisseling van kennis en ervaring wor- den we zelf ook wijzer. Voor zowel bestuurders als medewerkers is het verstandig om af en toe over de eigen grenzen heen te kijken. Te zien hoe anderen werken. Deel te nemen aan discussies over proble- men die groter zijn dan van het eigen gebied. Voor de waterschappen is het goed dat de welvaart in Nederland weer groeit. De kosten van het waterbe- heer zijn gemakkelijker op te brengen als burgers en bedrijven ruimer bij kas zitten. Maar ook voor ons werk geldt dat de onzekerheden van bui- ten komen. Een aanpak tegen de optredende klimaatveranderingen vraagt internationa- le oplossingen. Eind dit jaar moeten op een conferentie in Parijs knopen worden doorgehakt. Nederland wil nu ambitieuze afspraken maken. Het is goed dat we ons als land niet verschuilen achter de dijken. Daar hebben ook de waterschappen baat bij, die immers als geen ander in hun dagelijks werk met de gevolgen van de klimaatverandering worden geconfron- teerd. Albert Vermuë, algemeen directeur Unie van Waterschappen Nummer10Oktober2015